ga naar homepagina

Drie Octoberstraat 11
2313 ZL Leiden
tel. 071 - 5131024
info@benvroom.nl

 

Usability

Usability & SEO advies
Expert review
Usability test

Boeken
Checklists
Artikelen

Verhalen

Foto's

Bio & Publicaties

VERHALEN > Fietstocht langs trekkershutten

 

"Groen is niet mijn lievelingskleur"

Gezin fietst langs trekkerhutten

Op de fiets langs trekkershutten? Liesbet Winkelmolen en Ben Vroom trokken zo samen met dochters Rosa (6) en Tiba (4) van Stavoren naar Bourtange, de vestingstad in Zuid Oost Groningen, en nog een stukje door Drenthe. Een fietstocht langs heel verschillende landschappen en hutten, vol verrassingen.

 

Voordat we de pont naar Stavoren nemen, brengen we onze eerste de nacht door in Bovenkarspel, vlakbij Enkhuizen. Met storm tegen ploeteren we de eerste middag langs het IJsselmeer.

Iets voorbij de bekende 'Flora van Bovenkarspel' ligt onze trekkershut, in Het Streekbos. Het blijkt een recreatieterrein met een meertje, speelweide, bos en een kantine waar luidruchtige kinderen patat eten. Tussen de bestellende ouders vragen wij naar onze trekkershut en krijgen we de sleutel. Naast de speelweide ligt een greppel met riet en daarachter, tegen de bosrand, staan vier trekkershutjes op een kluitje. Twee ervan zijn bevolkt. De speelweide raakt verlaten, maar wat later zitten een paar jongens van achter de greppel stokken naar onze hut te gooien. Ik roep dat ze daar mee moeten ophouden. Dat doen ze, maar ze blijven treiterachtig kijken en rondhangen. Toch raar, zo'n trekkershut op een open terrein. Zijn vannacht onze fietsen veilig?

Verderop horen we geschreeuw, piepen van banden. Was het niet de spoorlijn Hoorn-Enkhuizen waar conducteurs regelmatig in elkaar worden geslagen? We zitten midden in dat gebied. Gelukkig gaat het regenen, de jongens gaan verderop onder de bomen staan en zijn een uurtje later helemaal verdwenen. Van mij mag het de hele nacht door blijven regenen.

De volgende dag zitten we in de volle zon op de boot naar Stavoren, samen met andere fietsende gezinnen. Een vrouw naast ons toont ons een artikel in de Enkhuizer Courant. Het Streekbos wordt 's nachts wegens overlast afgesloten voor auto's. "Op het recreatieterrein wordt gehandeld in drugs en gestolen goederen. De overlast bestaat ook uit crossende auto's, kampvuren en vernielingen. Bezoekers voelen zich bedreigd." En verderop: "Er zijn kortgeleden restanten gevonden van een gedumpt xtc-laboratorium. Bijbehorende vaten met giftige stoffen zijn weggehaald voordat schoolkinderen 's ochtends weer bezit namen van Het Streekbos".

Houten hutjes

Vanaf dat moment staan we gelukkig alleen nog maar op campings. We fietsen van Stavoren naar Bourtange, de vestingstad in Zuid Oost Groningen, tegen de Duitse grens. Dwars door Noord Nederland, van het vlakke Friese land en de heuvels van Gaasterland via de oude zandruggen bij Steenwijk, de bossen en heiden van Drente en de uitgestrekte veenkoloniën naar de zandgronden bij Sellingen, onder Bourtange. We besluiten de trektocht in Noord Oost Drenthe, in het gebied van de hunebedden en de meanderende Drentse Aa. Een tocht met veel variatie, door gebieden met een lange geschiedenis.

De campings hebben twee of drie trekkershutten, sommige één. Houten hutjes met twee stapelbedden, een gasstelletje, een tafel, vier stoelen, een veranda en een picknicktafel. De hutten liggen zo'n 10-40 km van elkaar, voor ons prettige afstanden. Als jong gezin slepen we nogal wat mee. Liesbet heeft de kinderen: Tiba in een kinderstoeltje achterop en Rosa op de aanhangfiets, of omgekeerd. Ik heb veel bagage, op de fiets en in een bagagekar. Twee fietsen, toch een hele karavaan.

Officieel, volgens de Stichting Trekkershutten Nederland, die de hutten promoot en controleert, mag je er maximaal drie nachten blijven, maar de meeste campings doen daar niet moeilijk over. De campinghouders, die de hutten exploiteren, zijn niet altijd even enthousiast over de bezetting en hebben meestal geen probleem met een langer verblijf. Eén campinghouder zegt bij aankomst met een royaal gebaar dat we een half jaar mogen blijven. Maar dat wisten we nog niet toen we in mei de vakantie planden. Met hulp van www.trekkershutten.nl, waarop alle hutten te vinden zijn, zetten we een route uit en twee uur later waren alle hutten telefonisch gereserveerd. Geen overbodige luxe, omdat ze in het hoogseizoen vaak bezet zijn. In sommige hutten was er nog maar plaats voor één nacht, en er was een omweg via Steenwijk voor nodig om vanuit Jubbega in het nabij gelegen Appelscha te komen.

Uitzicht op hoosbui

De eerste camping in Friesland, bij Bakhuizen, ligt op de grens van de glooiende zandruggen van Gaasterland en het Friese merengebied. Drie vrolijk geverfde houten huisjes staan op een apart veldje tegen een bebost duintje. Het ziet er gezellig uit. Ons plekje is een eiland in een zee van stacaravans. Zo voelt het ook: met de rest, vooral oudere mensen (het seizoen is nog niet echt begonnen), hebben we weinig te maken. We hebben onze spullen nog niet uitgepakt of het begint enorm te hozen. Met open deur kijken we ernaar. Normaal gesproken zaten we het einde van de bui af te wachten, in een haastig opgezette buitentent. Nu spelen Rosa en Tiba met de slaapzakken op een van de stapelbedden en drinken wij thee bij het uitzicht. Dit bevalt ons wel.

Ook de volgende ochtend regent het. De hut is klein, maar het gaat goed. Als Tiba en Rosa aan tafel willen tekenen, leggen we de toiletspullen, boeken en kaarten op een bed. De stoelen moeten netjes aangeschoven, anders kan niemand erdoor. Rosa en Tiba vermaken zich best, en als het tegen het middaguur droog wordt, fietsen we een stuk door het open Friese land, dwars door het meer De Morra en langs Koudum en het piepkleine Molkwerum, mooie Friese dorpjes. Als er weer regen dreigt, rijden we snel naar ons hutje terug.

Wat is dat, omgeving?

Via de glooiende bossen en velden van Gaasterland trekken we oostwaarts naar Sint Nicolaasga, midden in het Friese merengebied. Onderweg vraag ik Rosa of ze de vakantie leuk vindt. 'Ik vind de trekkershutten wel leuk, maar als we fietsen is het overal zo groen', zegt ze. 'En dat is niet mijn lievelingskleur.'
'Vind jij dat dan wél mooi?'
vraagt ze.
'Ja, ik hou erg van een groene omgeving', zeg ik.
'Wat is dat, omgeving?'
'Nou, alles wat je om je heen ziet.'
'Al dat groen? Nou, ik hou niet van omgeving.'
'Alleen als er witte en zwarte vlekken in staan zeker?'

Rosa lacht. Nee, zelfs met witte en zwarte vlekken vindt ze het niét mooi.

Als we op de camping bij onze hut aankomen, blijkt hij al bezet. Een foutje. In plaats daarvan mogen we in een leegstaand zomerhuisje. Een echt huisje, dat is even wat anders! Net als we binnen zijn begint het weer langdurig te regenen. De kinderen zetten Sesamstraat aan en wat later zitten we 'gezellig' met zijn allen op de bank Studio Sport te kijken, chinees uit Sint Nicolaasga op schoot.

Zelf een plekje zoeken?

Omdat we hier maar één nacht konden blijven, fietsen we de volgende dag meteen door naar Jubbega, voor opnieuw één overnachting. Op onze fietskaart ziet het er uit als kilometers maken door het vlakke Friese land, maar het tegendeel blijkt waar. We fietsen voortdurend door en langs natuurgebieden, zoals het Nannewijd bij Oudehaske en het prachtige Oranjewoud bij Heerenveen, met zijn eeuwenoude beukenlanen. De lange rechte Schoterlandse compagnievaart, een afwateringskanaal uit de tijd van de turfwinning, blijkt een intiem kanaaltje met links en rechts mooie bomenrijen.

De camping ligt achter een restaurant, dat dicht is. Op het informatiebord staat dat er op maandag - vandaag dus - niemand aanwezig is. Een arriverende kampeerder moet zelf maar een plekje zoeken. Hoe komen we aan de sleutel van de hut? Een telefoonnummer ontbreekt. Wat nu?
Liesbet rijdt vooruit en komt gelukkig een kampeerder tegen die de geheime plek van de sleutel kent, onzichtbaar op een balkje. Een half uur later komt de eigenaar kijken of we er al zijn, en ziet dat alles al in orde is. Toch hou ik het gevoel dat je nooit geheel zeker van de hutten bent.

Blauwe knopers

De tocht van Jubbega naar De Bult bij Steenwijk, de noodzakelijk omweg naar Appelscha, blijkt een van de mooiste van de hele route. Jubbega ligt op de noordelijke zandrug langs de oude beekdalen van de Tjonger en de Linde, en De Bult op de zuidelijke zandrug. Vooral de Linde blijkt een prachtig riviertje. Het slingert door weidse rietvelden waar we Hooglanders, paarden, en even zelfs een ree zien grazen. Verderop cirkelen twee buizerds. Wat later kruisen we voortdurend allerlei zijwatertjes, die het gebied een biesboschachtig karakter geven.

Door de bossen en over het Doldersummerveld, een grote hei, bereiken we Us blauwe hiem, een alcoholvrije camping vlakbij Appelscha. Midden in het bos, vrij klein en met een groot springkussen, waarop de kinderen meteen enthousiast rondspringen. Het opvoedkundige karakter van de oude blauwe knopers is hier nog voelbaar. Als ik de volgende ochtend nog wat slaperig een krant ga halen en wil afrekenen, wijst de beheerder me streng op het geldbakje bij het krantenrek. 'Dat noemen wij zelfredzaamheid!' Ik ben meteen wakker.

Schreeuwen bij het onweer

Aan het eind van de dag fietsen we over het Aekingerzand, een open gebied met hei, stuifzand en duinen, midden in de uitgestrekte bossen. In de verte zien we het bliksemen. Als het onze kant uitkomt fietsen we zo snel mogelijk terug naar de hut. Onderweg wordt het snel donkerder, er steekt een koude wind op en net als we de hut bereiken, barst het los. Vanaf de veranda zien we de ene flits na de andere, de donder er vaak meteen achteraan. Nadat de onweersbui voorbij is, begint het opnieuw hard te waaien en krijgt de lucht plotseling een diepe grijsgroene kleur, de aankondiging van een nog langer en heftiger onweer. Even later knalt het weer onophoudelijk om ons heen, en staan Tiba en ik opnieuw te schreeuwen bij iedere flits.

Mamma, vinden jullie dat mooi?

Drenthe koestert zijn geschiedenis. We rijden door oude esdorpen, de boerderijen rond een brink waar vroeger de schapen overnachtten. In Dwingeloo staat een bord met uitleg over de brink, de huizen en boerderijen eromheen, de velden (essen) waar men rogge verbouwde, en de heidevelden waar de schapen graasden.

Het nabijgelegen Dwingelerveld is na een regenachtige dag, met vele uren in de hut, sprookjesachtig in het zachte licht van de vroege avond en de damp die de bossen in de verte mistige contouren geeft. Een enorme weidsheid met groene, bruine, gele en beige tinten, afgewisseld met poeltjes en vennetjes flonkerend in de lage zon.

Als we naar Wezuperbrug doortrekken, komen we door de esdorpen Meppen en Aalden. Nadat we in Aalden boodschappen hebben gedaan, rijden we nog even terug voor een rondje door het oude dorp. Een prachtig gezicht, al die rieten daken een beetje schots en scheef tussen de eiken. Maar de kinderen begrijpen dit ommetje niet. Tiba vraagt, als we onze route weer vervolgen: 'Mamma, waarom hebben we daar gereden?'
'Dat vinden pappa en mamma mooi', antwoordt Rosa vanaf de aanhangfiets.
'Mamma, vinden jullie dat mooi?', vraagt Tiba, vrij neutraal.
'Ja Tiba,' antwoordt Rosa weer, 'grote mensen vinden dingen mooi die kinderen saai vinden.'
'Wat dan?'
'Omgeving!'

De ijskast

Als we de kinderen achteraf vragen welke hut ze de leukste vonden, is het die van Wezuperbrug. Hij is wat groter dan de andere hutten, heeft een afgeschot deel met stapelbedden en flink wat ruimte met niet alleen een tafel en een gasstel, maar ook een ijskast. Wel zo prettig, vooral nu het overdag erg warm is. De boerin klaagt dat de hut bij de laatste controle door de Vereniging Trekkershutten geen goedkeurende stempel heeft gekregen. De ijskast is het belangrijkste obstakel. De Vereniging wil voorkomen dat de hutten te comfortabel worden. Maar ja, de bezoekers van de hut blijken de ijskast wel te waarderen. Ze wil hun die luxe niet ontzeggen.

Op weg naar Sellingen rijden we van de Hondsrug af. Plotseling gaan de bosrijke heuvels over in platte akkers, zo ver als het oog reikt. Het veengebied is een eeuw geleden voor de turfwinning meter voor meter uitgegraven en vervolgens geschikt gemaakt voor de landbouw. Overal rechte wegen, velden en kanalen. We rijden door Valthermond, 200 m breed en 10 km lang. Fantasieloze huizen rechts, velden links.

Oud en nieuw

Gelukkig maakt Bourtange, ons eigenlijke doel, zijn belofte meer dan waar. Het intieme vestingstadje, dat eeuwenlang de enige weg door uitgestrekte moerassen verdedigde, is omringd door hoge wallen en bolwerken. Geen vijand is er ooit voorbij gekomen. Maar vreemd genoeg is alles hier nieuw. Nadat het in verval was geraakt, is het in de zestiger en zeventiger jaren geheel herbouwd. Het pleintje in het midden, de straatjes in een stervorm eromheen, de versterkte poorten, het ademt nog steeds de sfeer van vroeger, ook al valt er geen legermacht meer te vrezen.

Terug door het platte veengebied hebben we wind tegen. Langzaam naderen we de beboste Hondsrug. De eerste glooiingen voelen weldadig aan. Kromme weggetjes, een heuveltje, een beekdal in de late middagzon en dan omhoog, de bossen in. De kinderen klimmen op het eerste hunebed dat we tegenkomen. Een tweede hunebed ligt iets verder op een heuveltje, de enorme stenen nog stevig op elkaar, onder een machtige eik. Het lijkt alsof de vroegere bewoners deze plek onder deze boom hebben uitgekozen om er hun doden te begraven. De zon schijnt rossig op de eik, het hunebed en de velden eromheen. Een magische plek.

Nogmaals de ijskast

Via Gasselte trekken we naar Schipborg, onze laatste stop. We rijden langs de moerassen waarin de Drentse Aa breeduit slingert. De camping heeft de mooist gelegen trekkershutten. Ze liggen in een bosje, met elk een eigen open plek met een picknicktafel. Een bospaadje leidt naar een meertje waar we iedere dag in zwemmen.

De beheerder, die zelf ook trektochten maakt, zit in het bestuur van de Vereniging Trekkershutten. Hij vraagt wat we van de hutten vonden en zo komen we vanzelf bij de ijskast in Wezuperbrug. Hij begrijpt dat wij dit prettig vonden, maar is er erg beducht voor dat de hutten te comfortabel worden en daardoor te aantrekkelijk voor een langer verblijf. Als hutten te lang worden verhuurd, zijn ze veel minder voor trekkers beschikbaar en kan het hele idee teloor gaan. Daarom willen ze de hutten graag primitief houden. Daar zit wat in, vinden wij. Geef ons maar eenvoudige hutjes, dan trekken wij lekker met zijn viertjes door Nederland. En de kinderen? Die vonden de vakantie héél leuk. Ondanks alle omgeving.

Informatie

Route / trekkershutten

De tocht hebben we uitgezet met behulp van landschapsinformatie uit ANWB landschappenboek Nederland en informatie over de trekkershutten op www.trekkershutten.nl. We hebben de hutten telefonisch besproken, wat tot enkele aanpassingen van de route noopte.
Gefietste afstanden van hut tot hut: 15-40 km.

Trekkershutten

Op veel plaatsen in Nederland, Vlaanderen en Luxemburg zijn trekkershutten te vinden, vaak op korte afstanden van elkaar. Kijk voor locaties, adressen, telefoonnummers, soms ook beschikbaarheid en praktische informatie op www.trekkershutten.nl. Kosten per nacht: 30-37 euro (prijzen 2004).

Inventaris / zelf meenemen

Een trekkershut is ingericht voor 4 personen. Soms mag ook een 5e persoon overnachten, bijv. een kind. Aanwezig in trekkershutten: 2 stapelbedden (4 slaapplaatsen) met matrassen en kussens, 2 pits gasstel, licht en stopcontact, tafel, stoelen, picknickbank of tafel met tuinstoelen, afwasteil, waslijn en jerrycan. Sommige hutten hebben verwarming. Soms zijn er pannen beschikbaar tegen extra betaling.

Zelf o.a. meenemen: slaapzakken of dekens met lakens, kussenslopen, pannen, borden, bestek, bekers

Er bestaan ook 'trekkershutten-plus', op een beperkt aantal campings. Zij zijn iets groter, hebben meer comfort, waaronder water, een complete keukenuitrusting en een ijskast.

Fietsen, aanhangfiets

Twee Koga Myata Randonneurs, één met kinderzitje en Add + bike aanhangfiets (de enige die boven de bagagedrager ruimte overlaat voor een kinderzitje), de andere met Burley bagagekar.

Kaarten

ANWB/VVV toeristenkaarten van de verschillende provincies (1:100.000).

Vervoer

Heenreis: trein Bovenkarspel, fietsen mee in de trein (niet tijdens spitstijden). Pont Enkhuizen-Stavoren: 2 of 3x ('s zomers) per dag, zie www.veerboot.info.
Terugreis: Trein Assen (± 20 km van Schipborg)

Literatuur

Gerrit Jan Zwier: ANWB landschappenboek Nederland - Sporen van de geschiedenis. (ANWB 2003)

 
 

 

trekkershutten.nl