|
Ze heet Rosa Adriënne Vroom. In de regel krijgen kinderen
de naam van de vader, maar aangezien Liesbet en ik niet getrouwd
zijn, konden we kiezen, en Liesbet protesteerde hevig tegen
dit gebruik. Het kind was toch het meest van haar, ze vond dat
het ook haar achternaam, Winkelmolen, moest dragen. Ik deelde
Liesbets aversie tegen het automatisme van de vadernaam, maar
wilde mijn achternaam ook niet voetstoots prijsgeven. Hoewel
ik minder fel was dan Liesbet, vond ik dat wij beiden evenveel
recht hadden onze naam aan het kind te schenken. Daar was weinig
op af te dingen.
Er leek maar één oplossing mogelijk: loten.
Maar ja, een muntje opgooien, dat vonden we niet gepast. Ik
herinnerde me hoe Sophia Loren de loting voor het wereldkampioenschap
voetbal in Italië verrichtte: haar lange vingers gleden
in enorme cognacglazen, omvatten de balletjes die erin zaten,
kneedden ze, koesterden ze en haalden ze er, tegen de tijd dat
mijn eigen ballen jeukten, met zwoele ogen uit om ze aan een
blatende bobo te geven. Dat sprak tot de verbeelding. Wij trokken
twaalf balletjes met ringetjes en kauwgomballen uit een kinder-automaat,
stopten steeds in drie balletjes briefjes met respectievelijk
vro, winkel, om en molen, en nodigden onze vrienden Peter en
Lia uit om de loting te verrichten. Lia kreeg een schaal met
balletjes vro en winkel, Peter een met om en molen. We deden
best of five: degene waarvan drie keer de hele naam werd getrokken,
mocht hem aan ons kind geven.
Na een avond met veel drank was het 's ochtends bij de koffie
zover. Lia trok een winkel, Peter een om. Na vijf keer werd
er als eerste een winkelmolen getrokken. Na nog een paar mishits
kwam er opeens twee keer vroom tevoorschijn. Ik kreeg het benauwd:
ik wilde wel evenveel kans hebben, maar gunde Liesbet eigenlijk
de naam omdat zij het toch echt het liefste wilde. Ik begon
te zweten. Een tweede winkelmolen kwam uit de bokalen. Zenuwachtige
hilariteit; wie nu de gelukkige was, zou winnen.
En Liesbet was de gelukkige: de laatste combinatie was winkelmolen.
Liesbet blij en ik opgelucht.
Niet lang daarna hoorden we dat wij helemaal geen vrije keuze
voor de achternaam zouden hebben als ik het kind van tevoren
zou erkennen (en dat wilde ik). De wetswijziging die keuzevrijheid
bood, zou pas het jaar na Rosa´s geboorte ingaan.
Vreemd genoeg had Liesbet steeds minder moeite met de gevolgen
voor de achternaam - ze vond de erkenning belangrijker. Met
de loting hadden we blijkbaar het automatisme van de vadernaam
doorbroken - nu waren we pas echt vrij om te bedenken wat wij
wilden.
Tegelijkertijd groeide mijn voorkeur om het kind mijn naam
te geven. Het kind is zó van de moeder, het groeit erin,
komt eruit en wordt door de moeder gezoogd, dat het kind ook
iets mag krijgen dat het met de vader verbindt: de naam. Eind
juni zijn we voor de erkenning naar het gemeentehuis gegaan,
drie weken later kregen we Rosa - Rosa Adrienne Vroom.
|
|